Het Johns Hopkins Center for Health Security

 

Het Johns Hopkins Center for Health Security vervult een spilfunctie in de biomedische onderzoekswereld. In de afgelopen decennia heeft het centrum verscheidene naamsveranderingen ondergaan. Het wordt in 1998 opgericht als het Center for Civilian Biodefense Studies, vanaf 2003 heet het instituut Center for Biosecurity, om uiteindelijk in 2013 te veranderen in Center for Health Security. Zo is de naam ontdaan van zijn militaire karakter in het minder onschuldig klinkende ‘gezondheidsbeveiliging’.

Het centrum wordt vooral gefinancierd door de Sloan Foundation, de stichting van de in 1966 overleden miljardair Alfred Sloan. Over een periode van tien jaar besteedt de stichting meer dan US$ 44 miljoen aan subsidies voor bioveiligheid. [1] De selectie van de bestedingen staan onder voorzitterschap van Ralph Gomory, een gepromoveerd wiskundige en zoon van een politiek invloedrijke bankier. Hij is onder meer lange tijd vice-voorzitter van het computerbedrijf IBM, bestuurslid van de Washington Post Company, de Bank of New York en een farmaceutisch bedrijf. Het gaat hier dus om investeringen van bestuurders die deel uitmaken van een branche overstijgende elite. [2]

Sinds haar oprichting organiseert het centrum conferenties en oefeningen met simulaties voor het stroomlijnen van internationale noodmaatregelen bij de bestrijding van bioterrorisme en pandemieën. De simulaties zien er bedrieglijk echt uit. De oefeningen in de periode rond 9/11 worden hier besproken.

Conferenties bioveiligheid / oefeningen noodtoestanden

De eerste internationale conferentie van het Johns Hopkins Center for Civilian Biodefense Studies vindt plaats in februari 1999 met bioterrorisme als gespreksonderwerp. [3] De kersverse nationale coördinator voor terrorismebestrijding Richard Clarke verklaart op de conferentie dat bestrijding van bioterrorisme een nieuw concept vereist: de aankoop van gespecialiseerde medicamenten voor een nationale civiele beschermingsvoorraad. Het initiatief wil een nieuwe impuls geven aan onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe vaccins, nieuwe geneesmiddelen en de ontwikkeling van verbeterde opsporings- en diagnosesystemen. [4] Dat heeft de weg geopend voor een gigantische markt voor nieuwe producten en behandelingen, die allemaal vallen onder ‘nationale veiligheid’.

Op de conferentie wordt gesproken over de dreiging die afkomstig zou zijn uit Rusland, Irak, en van Amerikaanse burgermilities, en welke biologische strijdmiddelen het meest waarschijnlijk zijn voor gebruik (pokken, miltvuur). De deelnemers spelen een tot in detail uitgewerkte oefening. Het ziet er zeer realistisch uit doordat de rollen van de gezaghebbende biomedici en politici gespeeld worden door deelnemers die ook in het echte leven functies hebben in dezelfde organisaties van overheden en instituten. [5] 

In 2000 komt dezelfde groep bestuurders, honderden deelnemers uit tien landen, weer bijeen om te praten over hetzelfde onderwerp. Ook hier staat een oefening op het programma. In 1999 gaat het om een aanval met pokkenvirussen op een fictieve Amerikaanse stad, waarbij het accent ligt op het terrorisme. Nu blijft het terroristische aspect op de achtergrond en gaat het om een uitbraak van de pest in een fictieve Amerikaanse stad en ligt de nadruk op een epidemie. [6] De volgende simulatie – Dark Winter in juni 2001, een kleine drie maanden voor 9/11 – is nog weer een stuk professioneler, maar anders dan de voorgaande conferenties niet in een hotel, maar op Andrews Air Force Base bij Washington.

Dark Winter

De bioterrorisme oefening Dark Winter (22 en 23 juni 2001) komt tot stand door samenwerking met het Center for Strategic and International Studies (CSIS), en andere organisaties. Het scenario is ontworpen om een pokkenaanval in drie Amerikaanse staten te simuleren.

Talrijke congresleden, voormalig CIA-directeur James Woolsey, vijf bekende journalisten, en antiterreurfunctionaris Jerome Hauer nemen deel aan de oefening. Eén van de journalisten is New York Times-verslaggever Judith Miller. Zij is later verantwoordelijk voor het pushen van mythes dat Irak massavernietigingswapens bezit, en dat het achter de miltvuuraanvallen (na 9/11) zit.

Als onderdeel van de simulatie worden voorgeproduceerde bedrieglijk echt lijkende ‘live’ televisiejournaals getoond aan de deelnemers over de aanval met biowapens, waaronder schokkende beelden van mensen met pokken, om deze oefening zo realistisch mogelijk te maken. Een ‘verslaggever’ meldt dat Irak de technologie achter de aanslagen zou hebben geleverd aan terroristische groeperingen in Afghanistan.

In het script komt ook de inzet van militairen voor een aanval op Irak aan de orde, en hoe de scepsis hierover aan het thuisfront kan worden omgezet in het oproepen tot ‘wraak’. Tegen deze achtergrond breekt plotseling het nieuws door dat pokken lijkt te zijn uitgebroken in de staat Oklahoma. Omdat pokken al decennialang is uitgeroeid, leiden de deelnemers aan Dark Winter, die de Nationale Veiligheidsraad vertegenwoordigen, hieruit al snel af dat dit het resultaat is van een bioterroristische aanval op de Verenigde Staten. De veronderstelling wordt gemaakt dat de aanval “verband houdt met beslissingen die we kunnen nemen om troepen in het Midden-Oosten in te zetten.” [7]

Atlantic Storm

De derde conferentie, Atlantic Storm, heeft een transatlantisch karakter, en wordt op 14 januari 2005 gehouden in Washington. Hier draait het om de vraag hoe staatshoofden en regeringsleiders het hoofd zouden bieden aan een zich snel verspreidende pandemie van een dodelijke ziekte. De rol van de Amerikaanse president wordt gespeeld door de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright. Het hoofd van de WHO door de voormalige premier Gro Harlem Brundtland, die kort daarvoor echt aan het hoofd van de WHO heeft gestaan. Diverse  Europese politici, ambtenaren, en journalisten nemen er ook aan deel. Eén van hen, Walter Biederbick, is hoofd van het Centrum voor Biologische Veiligheid van het Robert Koch Instituut (het Duitse RIVM) en in zijn vorige functie Bundeswehr-officier bij de NAVO-missieplanning. [8] De internationale scene die voor deze oefening bijeenkomt vertegenwoordigt precies de versmelting van politiek, farmaceutische industrie, onderzoek, leger en media die de organisatoren wensen.

Onderwerp van de oefening is dit maal het pokkenvirus. Volgens het scenario zijn staatshoofden van de VS, Europese landen, en de hoofden van de Europese Commissie en de WHO bijeengekomen voor een niet nader genoemde ‘transatlantische veiligheidstop’. Aan de vooravond van top worden pokkengevallen gemeld in Europese landen. De leiders besluiten op 14 januari een paar uur bijeen te komen om vervolgens naar huis te gaan om de beginnende crisis aan te pakken. Het aantal gevallen met pokken stijgt, met prognoses tot 660.000 gevallen wereldwijd in dertig dagen. Uiteindelijk wordt ontdekt dat de uitbraken het gevolg zijn van heimelijke aanvallen op vervoersknooppunten en handelscentra.

In een reportage in Die Zeit beschrijft de deelnemende journalist Thomas Kleine-Brockhoff (later hoofd van de planningsafdeling van de Duitse president Joachim Gauck) wat er daarna gebeurde: “In een flits wordt de top een operationeel centrum. Dramatische beslissingen worden genomen: quarantaine? Grenzen sluiten? Start massale vaccinaties? Vaccin over de hele wereld verspreiden? De noodtoestand van de NAVO-alliantie? [..] De Amerikaanse president Madeleine Albright opent de crisisvergadering met een oproep ‘om hopelijk gezamenlijk op te kunnen treden’ [..] De spelers, hooggeplaatste veteranen van de transatlantische politiek, kennen hun weg op topbijeenkomsten en in crisissituaties. [..] Spots verlichten de vergaderzaal. Daaromheen is het pikdonker. Waarnemers en figuranten zitten daar.” [9]

In de oefening zitten ook – net als bij Dark Winter – speciaal vooraf opgenomen televisiejournaals om de gebeurtenissen een realistisch karakter te geven. De uitgenodigde journalisten worden zelf actieve spelers bij een geënsceneerde persconferentie die deel uitmaakt van een oefening, waarbij dialogen met politici worden geoefend die in een geval van een crisis kunnen worden verwacht. [10]

 

[01] Facing 21st Century Public Health Treats: Our Nation’s Preparedness and Response Capabilities, Part 1. Statement of Robert Kadlec, MD, MTM&H, MS Assistant Secretary for Preparedness and Response

https://www.help.senate.gov/imo/media/doc/Kadlec2.pdf

[02] Gigi Kwik Gronvall: Prepairing for Bioterrorism: The Sloan Foundation’s Leadership in Biosecurity of UMPC, 2012

https://www.centerforhealthsecurity.org/our-work/pubs_archive/pubs-pdfs/2012/sloan_book/01-Front%20Matter_%20Preparing%20for%20Bioterrorism_GKGronvall_Dec2012.pdf

[03] National Symposium on Medical and Public Health – Response to Bioterrorism: The Foundation for Coordinating a Strategic Response, 16-17 February 1999, Arlington, Virginia

https://www.centerforhealthsecurity.org/our-work/events-archive/1999_1st_natl_symposium/

[04] Clark, Richard A.: Finding the Right Balance against Bioterrorism, Emerging Infectious Diseases, Vol. 5, Number 4, August 1999, 497

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2627762/pdf/10458951.pdf

[05] Bardi, Jason; Aftermath of a Hypothetical Smallpox Disaster, Emerging Infectious Diseases, Vol. 5, Number 4, August 1999, 549

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2627750/pdf/10458963.pdf

[06] 2nd National Symposium on Medical and Public Health Response to Bioterrorism, 28-29. November 2000, Washington

https://www.centerforhealthsecurity.org/our-work/events-archive/2000_2nd_natl_symposium/

[07] Webb, Whitney; All Roads Lead to Dark Winter. Unlimited Hangout, April 1, 2020

All Roads Lead to Dark Winter

[08] Giesselmann, Kathrin: Walter Biederbick: Gesundheit im internationalen Kontext stärken, Deutsche Ärzteblatt, Heft 7/2019. 15 Feb 2019. web.archive.org/web/20050924034056/http://www.atlantic-storm.org/about/observers.html

[09] Kleine-Brockhoff, Thomas; Die Zeit 27 Jan 2005: Wenn die Pocken kommen

https://www.zeit.de/2005/05/N-Terrorspiel

[10] Schreyer, Paul; Kroniek van een aangekondigde crisis – Hoe een virus de wereld on veranderen. Nearchus CV, 2021: 53-69, 77-89