Militair-civiele biodefensie in de Verenigde Staten

 

Het vroege militaire biodefensieprogramma

Het oorspronkelijke (militaire) biodefensieprogramma in de VS loopt van 1943 tot 1969 parallel met het biologische wapenprogramma van het Amerikaanse leger, waarvan het hoofdkwartier zetelt in Fort Detrick, Maryland. Eind 1969 kondigt president Richard Nixon een nieuw beleid over biologische oorlogsvoering aan. De Amerikaanse regering ziet af van alle ontwikkeling, productie en opslag van biologische wapens. Maar ze stelt ook “kleine onderzoekshoeveelheden biologische agentia (i.c. pathogene microben) te behouden”, die nodig zijn voor de ontwikkeling van vaccins, medicijnen en diagnostiek.

De VS lopen daarmee vooruit op het Verdrag tegen de ontwikkeling, productie en verspreiding van Biologische Wapens (Biological Weapons Convention, BWC), dat in 1972 tot stand komt. Maar feitelijk is deze Conventie niet meer dan een wassen neus, want het kent geen bepalingen voor toezicht op de handhaving (verificatie). Dus in werkelijkheid hebben de BWC-lidstaten ruime speelruimte om onder het mom van ‘biodefensie’ biologisch wapenonderzoek te kunnen uitvoeren.

Doel van het relatief kleine biodefensieprogramma is om defensieve maatregelen te ontwikkelen tegen biologische agentia. In 1967 was al  begonnen met de bouw van een nieuw, modern laboratoriumgebouw voor biologische oorlogsvoering in Fort Detrick. Maar door opheffing van deze laboratoria wordt de naam van de ‘U.S. Army Medical Unit’, die in de nieuwe laboratoria had moeten worden ondergebracht, in 1969 formeel veranderd in ‘U.S. Army Medical Research Institute of Infectious Diseases (USAMRIID)’. De nadruk verschoof nu van offensieve wapens naar de “ontwikkeling van vaccins, diagnostische systemen, persoonlijke bescherming, chemoprofylaxe en snelle detectiesystemen”. [1]

In de jaren zeventig worden de laboratoria met pathogene microben door hooggeplaatste bestuurders in de VS en het VK nog beschouwd als de ‘pain in the ash’ van het leger. Er wordt geen enkel militair nut van ingezien. Dat verandert in de jaren tachtig en negentig door de opkomst van moderne biotechnologie.

Bioveiligheid onder de regeringen Clinton en Bush

De Amerikaanse (emeritus) onderzoekswetenschapper dr. Susan Wright in de Geschiedenis van Wetenschap en Internationale Betrekkingen heeft het bioveiligheidsbeleid van de regeringen Clinton en Bush beschreven. [2]

Het huidige bioveiligheidsbeleid is ontstaan tijdens de regering-Clinton (1993-2001) als onderdeel van zijn beleid voor de bestrijding van bioterrorisme. Het idee dat terroristen geïnteresseerd zijn in het plegen van aanslagen met biologische wapens wordt tijdens zijn regering tot doctrine verheven. Maar of er een daadwerkelijk verband bestaat tussen terroristen en biowapens wordt door experts tot op heden nog altijd betwist.

In 1995 roept Clinton een omvangrijk civiel biodefensieprogramma in het leven. Dat beleid heeft tot gevolg dat volksgezondheid onderdeel wordt van nationale veiligheid en voortaan wordt geschaard onder biodefensie- en bioveiligheidsbeleid.

In zijn algemeenheid heeft de term ‘biodefensie’ betrekking op maatregelen om de bioveiligheid te herstellen voor een groep organismen die bloot (kunnen) staan aan biologische bedreigingen of infectieziekten. In de landbouw- en veeteeltsector worden deze maatregelen toegepast voor de bescherming van dieren en planten, maar ook bescherming van de water- en voedselvoorziening zijn een kritisch onderdeel van biodefensie. Het biodefensiebeleid van de regering-Clinton stuurt aan om deze preventieve controlestaat in de landbouwsector te gaan realiseren in de samenleving.

Bijna alle technische adviseurs van de regering-Clinton zijn vooraanstaande moleculaire en cellulaire biologen. Joshua Ledenberg, Frank Young, Lucille Shapiro, Thomas Monath, Jerome Hauer, en Craig Venter hebben aan de basis gestaan van het civiele biodefensieprogramma. Hun adviezen aan de regering-Clinton wegen zwaar in de richting van één enkele visie, een programma dat technische oplossingen zoekt voor allerlei soorten pathogene virussen, bacteriën en biotoxines door middel van biotechnologie. De enige adviseur die hierop een uitzondering vormt is Barbara Hatch Rosenberg. Zij ondersteunt de inspanningen van NGO’s om door internationale onderhandelingen de naleving van de Biological Weapons Convention te verbeteren. De biotech-adviseurs zoeken bij hun speurtocht naar biotechnologische oplossingen juist de grenzen van de Conventie op. Zo worden er  hoogpathogene microben ontwikkeld voor ‘defensieve doeleinden’. In 1997 worden deze bewapenbare bio-agentia in de Amerikaanse wet formeel aangeduid als “Biological Select Agents or Toxins” (BSARTs). Ze vallen onder het toezicht van het ministerie van Volksgezondheid (HHS) of het ministerie van Landbouw (of beide).

De ontwikkeling van het civiele biodefensieprogramma is een grote inspanning voor overheidsorganisaties. Voor de uitvoering van het biodefensiebeleid moeten voorheen gescheiden opererende overheidsdiensten samenwerken, en toewerken naar integratie van de verschillende beleidsonderdelen.

Tot dan toe ligt de verantwoordelijkheid voor biodefensie bij het Pentagon. Maar het beschermen van ruim 300 miljoen burgers tegen bioterrorisme is van een heel andere orde, en bovendien geen taak voor het leger, omdat het leger is uitgesloten van binnenlandse wetshandhaving. Daarom kondigt Clinton in januari 1999 een update aan van zijn biodefensieprogramma, waarin een traject is uitgezet voor een uiteindelijke fusie van het civiele biodefensieprogramma met die van het Amerikaanse leger. Het is een jarenlang proces dat na 9/11, onder George W. Bush, wordt voltooid.

De bioparaplu van George W. Bush

Onder George W. Bush (2001-2009) wordt het biodefensiebeleid van Clinton voortgezet en enorm uitgebreid. Hij lanceert een dure bioparaplu die alle Amerikaanse burgers moet beschermen tegen terroristen die gevreesde ziektes willen verspreiden met biologische wapens. Zijn programma vertoont overeenkomsten met het Strategic Defense Initiative (Star Wars), een raketschild tegen de intercontinentale kernwapens van de Sovjet-Unie, van Ronald Reagan. Star Wars zou de bevolking beschermen tegen kernraketten, en de enorme bioparaplu van Bush moet de bevolking beschermen tegen dodelijk bioterrorisme. Een belangrijk onderdeel staat zelfs bekend als ‘BioShield’.

Dr. Susan Wright stelt in 2004: “De Verenigde Staten ontwikkelen een dure bioparaplu om hun burgers te beschermen tegen biobedreigingen die nu niet bestaan – en misschien nooit zullen bestaan.” De geschiedenis van het miltvuurvaccin laat zien dat het gebruik van biodefensie-vaccins wellicht ook als dekmantel zou kunnen dienen voor een clandestien project van het leger.

“Biodefense for the 21st Century”

Op 28 april 2004 onthult Bush de plannen van zijn regering in “Biodefense for the 21st Century”, de openbare versie van een geheime presidentiële richtlijn. Het document kent weinig details, maar spreekt wel van ingrijpende maatregelen: de lucht, het water, en het voedsel van het land zullen door ‘surveillance’ en ‘detectie’ nauwlettend in de gaten worden gehouden, net als de volksgezondheid. Enorme hoeveelheden vaccins en therapieën zullen worden opgeslagen om te kunnen gebruiken in geval van een bioterroristische aanval of een pandemie. 

Een groot deel van de technische adviseurs onder Clinton zitten tijdens de regering-Bush op sleutelposities in biotechbedrijven en plukken de enorme voordelen van het biodefensieprogramma dat ze zelf in gang hebben gezet en na 9/11 door Bush wordt voortgezet. Onder zijn bewind vloeit het civiele biodefensieprogramma samen met het biodefensieprogramma van het Amerikaanse leger, zoals in de plannen van Clinton was voorzien.  

 

[1] United States biological defense program

https://military-history.fandom.com/wiki/United_States_biological_defense_program

[2] Wright, Susan, Ph.D.; Terrorists and biological weapons – Forging the linkage in the Clinton Administration. Politics and the Life Sciences, Vol. 25, No. 1-2, 15 Feb. 2007: 57–115.

http://www-personal.umich.edu/~spwright/

Wright, Susan; Taking Biodefense Too Far – The United States is developing a costly bio-umbrella to protect its citizens against biothreats that do not now — and may never — exist. Bulletin of the Atomic Scientists Nov/Dec 2004: 58-66

https://journals.sagepub.com/doi/pdf/10.2968/060006013